Mijn interesse in de politiek bracht me op jonge leeftijd bij de Partij van de Arbeid. Het was na een verkiezingsdebat tussen Ad Melkert en Pim Fortuyn in 2002 dat ik besloot lid te worden. Omdat ik de noodzaak voelde om de PvdA te steunen na de bedrieglijke aanvallen van Fortuyn.

In 2006 werd ik lid van de gemeenteraad van Helmond. Mijn eerste oproep voor meer jongerenvertegenwoordiging werd na wat getouwtrek aangenomen. Ik was verkocht. Ik moest me helemaal niet neerleggen bij scheve situaties. Je kan onrecht gewoon rechtzetten.

Misschien breek je zo met heilige huisjes of tradities, maar dat doe ik graag met de intentie om dingen in positieve zin te veranderen. Want of het nu gaat over pandjesbazen die huurders uitbuiten; een overheid die massaal blijft investeren in vervuilende fossiele industrie of CEO’s van energiebedrijven die gigantische winsten opstrijken terwijl mensen hun rekeningen niet kunnen betalen. Het hoeft niet zo te gaan.

Wetenschap en politiek

Ik was toen – en ben nog steeds – vastberaden om heel hard te werken aan een samenleving waarin iedereen dezelfde kansen krijgt. Dat iedereen maar verantwoordelijk is voor zijn eigen succes, dat klopt gewoon niet. Waar je vandaan komt, bepaalt vaak nog heel erg je toekomst, dat moet anders.

Aan de Universiteit van Tilburg studeerde ik Econometrie en Operationele Research. Ik schreef mijn bachelorscriptie over de uitbreiding van de Europese Unie met een speltheoretische insteek. Dé manier om mijn twee passies – econometrie en politiek – te combineren. Na mijn promotie ging ik werken bij TNO in Delft en later in Den Haag met een focus op duurzaamheid, energie en circulaire economie.

Wetenschap en onderzoek zijn nog steeds grote drijfveren achter mijn politieke ambitie. Er zijn prachtige innovatieve oplossingen om van de groene transitie een succesverhaal te maken. We hebben geen mirakeloplossingen nodig, wel goed beleid.

Liefde voor Europa

Ik groeide op in Helmond met mijn ouders, 5 broers en een zus. Tijdens de jaarlijkse autorit als kind van Helmond naar het Marokkaanse Fès, zag ik vanaf de achterbank Europa in al haar facetten. De verschillende talen, de mensen en prachtige landschappen. Ik zag dat Europa veel goeds bracht, maar ontdekte naarmate ik ouder werd dat er ook veel ruimte was voor verbetering.

Optimisme is
de enige optie

4 jaar geleden werd ik verkozen in het Europees Parlement en hier doe ik eigenlijk hetzelfde als in Helmond. Vechten tegen oneerlijkheid en voor solidariteit. Klimaatbeleid en de energietransitie zijn mijn belangrijkste strijdpunten. Mijn eerste debat ging over de klimaatcrisis. Ik pleitte voor hoge ambities, want met halve beloftes en afwachten, komen we er niet.

Niet iedereen wil dat horen. En hoe meer ik van mijn collega’s op rechts hoor hoe complex en moeilijk die groene transitie wel niet wordt, hoe harder ik overtuigd ben van het feit dat ik op de goede weg zit. Want het zal niet makkelijk zijn, maar het is wel de enige optie. We kunnen het ons niet permitteren om pessimistisch te zijn. Het aanpakken van de klimaatcrisis kunnen we niet overlaten aan onze kinderen en kleinkinderen.

Voor 2050 moet Europa CO2-neutraal zijn. In de milieucommissie maak ik me dan ook hard om de doelstellingen uit de Green Deal waar te maken. En om ervoor te zorgen dat vervuilers en de zwaarste schouders het meest bijdragen. Ik heb de klimaatwet niet getekend om die vervolgens te breken. Onder meer onderhandelde ik over de wet voor een CO2-grensbelasting voor industrie buiten Europa. 

Sinds 2021 zit ik ook als vice-president in het bestuur van de sociaaldemocratische groep.